Categoriearchief: Cultuur

Verzoening tussen twee broeders

Vrede in de vallei

Let op: dit blog is per abuis niet eerder gepubliceerd, maar de inhoud is nog steeds ontzettend mooi. 

Onlangs was ik (Michel) getuige van een geweldige gebeurtenis in onze vallei. Hieronder volgt de vertaling van een officieel persbericht van onze organisatie SIL PNG.

dominee bemiddelt in conflict
Een predikant die heeft bemiddeld, spreekt de beide partijen toe

Geschiedenis van het conflict

“Een plaatselijk dorp in de buurt van het SIL-PNG centrum in Ukarumpa heeft een staakt-het-vuren ondertekend, een belangrijke eerste stap naar duurzame vrede. Het conflict duurt al verschillende generaties en laaide op in augustus 2018. Dit had gevolgen voor werknemers en tijdelijke werknemers van beide kanten van het conflict die in Ukarumpa werkten. In 2018 en 2019 faciliteerde SIL-PNG personeelsbijeenkomsten waarin werd onderzocht hoe de risico’s voor al het personeel konden worden beperkt.
In juli 2019 vond echter een veiligheidsincident plaats in Ukarumpa, dat in verband stond met dit conflict. Als gevolg hiervan werden werknemers uit het vechtdorp 60 dagen ontslagen (dit had ook betrekking op contractloze werknemers). Ze kregen te horen dat ze weer aan het werk zouden mogen als de gevechten zouden stoppen en binnen die periode een staakt-het-vuren werd ondertekend. Dit gebeurde niet en in de maanden die volgden werd er opnieuw gevochten.
In maart 2020 vond een ceremonie plaats waarbij beide partijen hun wapens braken in aanwezigheid van kerk- en regeringsleiders. Op 31 augustus 2020 kwamen beide partijen bijeen op hun districtkantoor om een formeel staakt-het-vuren te ondertekenen.
Aiyura Valley gemeenschappen en leiders, waaronder het Ukarumpa Centrum, hebben gebeden voor en gewerkt aan een vreedzame oplossing. Prijs God voor dit staakt-het-vuren en bid om herstel en blijvende vrede.”

Verzoening tussen broeders van hetzelfde huis

Omdat ik toevallig een goede camera bij me had, werd mij gevraagd om foto’s te nemen. Ontroerend was de foto die hier rechts getoond wordt: twee broeders van eenzelfde familie die jarenlang in een spiraal van geweld hebben geleefd en nu voor het eerst in al die tijd in het publiek (er
Verzoening tussen twee broeders

waren honderden toeschouwers!) een officiële stap richting verzoening zetten.
Na de nodige ceremoniële toespraken, werd een officieel staakt-het-vuren afgekondigd, waarna de broeders elkaar omhelsden en samen een  overeenkomst tekenden.

Impact voor ons gezin

Deze vreugdevolle gebeurtenis heeft ook direct impact gehad op ons gezin. Want onze tuinman Duya kwam uit dit dorp waar gevochten werd. En vanwege de maatregelen van onze organisatie mocht hij al sinds juli 2019 niet meer bij ons werken. Duya was ook bij de ceremonie aanwezig, samen met zijn vrouw Doris en zijn zoon Demas. Het was een hartelijk weerzien na een jaar van noodgedwongen afstand! Als vanouds werkt hij nu weer één dag in de week in onze tuin en brengt hij ons traditiegetrouw elke week een emmertje verse aardbeien.

Onze tuinman Duya met zijn vrouw Doris en hun zoon Demas

Een Boek dat tot leven komt

‘Wij willen dat de Bijbel een levend boek wordt!’, zo luidde één van de gebedspunten tijdens een doordeweekse kerkelijke samenkomst in Aramba. Zonder dat ze het wisten, was dit een antwoord op onze gebeden voorafgaand aan Michels derde verblijf in Aramba, dit keer alleen.

(Deze tekst verscheen eerder in het kerkblaadje van onze thuisgemeente)

Een levend boek?
Tijdens onze eerste twee bezoeken aan Aramba konden we niet zo’n goed beeld krijgen van de plaatselijke kerk in Aramba. We vonden dat er maar weinig mensen naar de kerk kwamen en dan vooral vrouwen en kinderen. Aan de andere kant kwamen we veel enthousiasme tegen voor het Bijbelvertaalproject. Maar dat kwam vooral van de kant van de kerkleiders en de vertalers.

De landelijke kerk, waarbij de plaatselijke kerk in Aramba is aangesloten, is goed georganiseerd, gezond in de leer en de kerkleiders in Aramba geven blijk van een oprecht geloofsleven in afhankelijkheid van God en in bewogenheid met mensen. Maar hoe zit het met de doorsnee Aramba-mensen?

Deze vragen hielden ons erg bezig, toen we dit verblijf in het dorp aan het voorbereiden waren. We hebben gebeden of de Heere iets wil laten zien van Zijn werk onder deze mensen.

Dankdag voor gewas
Op de dag van aankomst is er een samenkomst in de kerk, waarin de gemeente bij elkaar komt om de Heere te danken voor de eerste oogst (eerstelingen) van de yams. Op de foto hieronder ziet u een vrouw die haar yams aan de stapel toevoegt.

Een vrouw brengt haar 'eerstelingen'

Tàrsá tàxwe
Op woensdagavond hoor ik plotseling de kerkbel. Ik ben nergens van op de hoogte, dus ik informeer bij een paar mensen wat er gaat gebeuren. Het antwoord is verblijdend: de kerk heeft enkele weken besloten om ook doordeweekse diensten te houden. Er was namelijk meer behoefte aan kerkelijk contact! Het wordt een lange avond, van circa 7 tot 10 uur en de kerk zit helemaal vol. Het programma is een mix van veel zingen, bidden en het luisteren naar getuigenissen van een groep vrouwen die op vrouwenkamp waren geweest en vertelden over het werk van God dat ze gezien hadden. Ik kan lang niet alles volgen, omdat alles in Aramba wordt gesproken. Maar op een gegeven moment spits ik mijn oren, als ik de woorden tàrsá tàxwe hoor. Er wordt gevraagd waarvoor gebeden kan worden en één van de vrouwen antwoord met deze woorden: dat de Bijbel een tàrsá tàxwe, ofwel een levend Woord mag worden! En met instemming wordt dat gebedspunt ontvangen.

Ik ben ontroerd. Dit is een antwoord van God op ons gebed! En mijn gedachten beginnen te malen: de mensen beseffen dat de Bijbel het levend Woord van God is, maar zo ervaren de mensen de Bijbel blijkbaar (nog) niet. Zou er een verband zijn met het feit dat de Bijbel niet in hun eigen taal, maar in het moeilijke Engels gelezen wordt? Bestaat er een verband tussen de geringe zeggingskracht van de Engelse Bijbel en de lage opkomst in de kerk? Ik had geen sterkere bemoediging kunnen krijgen aan het begin van mijn verblijf in Aramba, om dóór te gaan met het vertaalwerk voor deze mensen.

Het Woord gaat open
In het weekend word ik gevraagd om op zondag het Woord uit te leggen. Ik besluit te spreken over de Bijbel als levend Woord van God. Aan de hand van Filippenzen 2:1-11 staan we stil bij het levend geworden Woord, Jezus Christus, Die Zich niet voorstond op Zijn Goddelijkheid, maar Zich vernederde door mens te worden. De toepassing vinden we in vs. 5: Want dat gevoelen zij in u, hetwelk ook in Christus Jesus was (SV) of: Laat daarom die gezindheid in u zijn die ook in Christus Jezus was (HSV). Om welk gevoelen, om welke gezindheid gaat het hier? Om die van nederigheid.

Ik spreek in het Engels en terwijl ik luister hoe mijn vriend Katawer het in Aramba vertaalt, zie ik de gemeente aandachtig luisteren. En ik bid dat Gods Woord beslag mag leggen op deze mensen.

De volgende dag word ik gevraagd of ik op woensdag weer het Woord wil uitleggen en zondag weer. En opnieuw worden de diensten goed bezocht. Ik realiseer me dat ook dit antwoorden zijn op ons gebed. Er is meer honger en dorst naar het Woord van God dan we aanvankelijk hadden gezien.

De kerk zit vol

De kerk zit vol

Afscheidsmaaltijd
Aan het eind van de twee weken is het tijd van afscheid nemen. In Aramba gebeurt dat met een gezamenlijke afscheidsmaaltijd in de kerk. Daar had ik er al drie van meegemaakt, maar deze vierde sloeg alles. De opkomst was overweldigend, zodanig dat we moesten uitwijken naar het veld buiten de kerk, omdat de kerk te klein was. Ik ervoer dat er een klik gekomen was met deze mensen en dat dit ook wederzijds was. Maar het mooiste komt nog.

Tijdens een van de gebruikelijke afscheidsspeeches was er ook een speech van een van de dorpsoudsten. Hij spreekt geen woord Engels, maar met mijn gebrekkige Aramba-kennis en zijn uitbundige gebaren begrijp ik al snel dat hij refereert aan het thema van nederigheid van de eerste zondag. Later begrijp ik dat hij geraakt was door dat thema van nederigheid en mij bedankte voor deze Bijbelse boodschap.

Medische zorg en sociale verplichtingen

Niet naar het ziekenhuis
De neef van onze tuinman is overleden. Hij was niet heel oud, ongeveer 50. Voor zover die leeftijd klopt, want veel mensen weten hun leeftijd niet, zeker de ouderen niet. Hij was getrouwd en had veel kinderen. Gelukkig had hij ‘maar’ één vrouw, want polygamie komt nog steeds voor. Hij was al een poosje ziek, had last van kortademigheid. Op mijn (Erna) vraag of hij een ziekenhuis had bezocht, antwoordde onze tuinman: ‘Nee, daar had hij geen geld voor. Mensen die geen geld hebben om naar een ziekenhuis te gaan, sterven gewoon’. In hoeverre angst voor het ziekenhuis ook een rol heeft gespeeld, werd mij niet duidelijk. Veel mensen weten de weg naar het ziekenhuis gelukkig wel te vinden. Zo wordt onze zendingskliniek in Ukarumpa dagelijks door veel mensen uit de vallei bezocht. De kosten zijn laag en meestal betalen mensen alleen de medicijnen die ze krijgen voorgeschreven. Tegelijk zijn er ook veel mensen die dus nooit in een ziekenhuis terechtkomen, ook niet als dat wel nodig is.

Wachtkamer van onze kliniek

Wachtkamer van onze zendingskliniek

Bevallen in de jungle
Ik ben zelf net bevallen en volgens het beleid van SIL weken we hiervoor uit naar buurland Australië. Maar wat een tegenstrijdige gevoelens gaan er in je om, als je beseft dat Papoea-Nieuw-Guineese vrouwen die luxe niet hebben. Wat is ongelijkheid groot! Mijn vriendin Rudy vertelde me dat ze in haar dorp van te voren beoordelen of een vrouw sterk genoeg is om op eigen kracht te bevallen. Als ze denken dat dit niet het geval is, sturen ze haar naar een ziekenhuis. Maar als ze denken dat ze wel sterk genoeg is, sturen ze haar naar het bos! Dit gebeurt nog steeds. Rudy werd aangezien voor een sterke vrouw en baarde haar vier kinderen in de jungle. Haar jongste dochter is vijf. Zo kan het dus ook. Maar het zal niet verbazen, dat de moedersterfte in Papoea-Nieuw-Guinea ruim 25 x hoger is dan in Nederland: per 400 bevallingen is er één moeder die het niet overleeft… .

Sociale verwachtingen
Terug naar onze tuinman. Een sterfgeval in een dorp in Papoea-Nieuw-Guinea heeft grote consequenties voor het sociale leven. Iedereen wordt geacht mee te doen aan de rituelen rondom de begrafenis. Zo hebben onze tuinman en zijn vrouw de afgelopen nacht doorgebracht in een ‘haus krai’ (klaaghuis). Komende nacht gaan ze niet, want voor hen is het te zwaar om twee nachten niet te slapen. Dat is acceptabel voor anderen. Geen enkele nacht in ‘haus krai’ doorbrengen is – sociaal gezien – geen optie.

Mumu: een gemeenschapsmaaltijd

Mumu: een ingegraven gemeenschapsmaaltijd

Na afloop van de begrafenis komt er een grote ‘mumu’. Een ‘mumu’ is een kuil in de grond met daarin gloeiend hete stenen. Bovenop de stenen wordt een enorme hoeveelheid groenten, zoete aardappelen, bakbananen en vlees gegaard, aan de bovenkant weer afgedekt door bladeren en aarde. De gezamenlijke maaltijd vormt de afsluiting van de begrafenis. Ieder familielid levert voedsel voor zo’n mumu. Groenten uit de tuin, maar ook eten dat met geld gekocht moet worden: rijst, brood, vlees, tonijn uit blik. De vrouw van onze tuinman verkocht aan ons een bak aardbeien voor omgerekend 2 euro en haastte zich naar een nabijgelegen plattelandsstadje om iets te gaan kopen voor de begrafenis.

Geven om later (net zoveel!) terug te krijgen
Er wordt nauwkeurig bijgehouden wie wat geeft. Wie veel geeft aan anderen, zal ook veel ontvangen als hij zelf eten voor een mumu nodig heeft. Wie weinig geeft, zal op zijn beurt weinig ontvangen. Daarom is er een druk om zo veel mogelijk bij te dragen.
Geven en ontvangen is een belangrijk onderdeel van de cultuur hier. Het is een manier om relaties te maken en te onderhouden. Er wordt precies bijgehouden hoeveel je hebt gegeven. Het geven en ontvangen moet namelijk goed in balans zijn, anders raakt de relatie verstoord. Een ‘dankjewel’ is niet genoeg, maar ‘voor wat hoort wat’. Als iemand die ik niet (goed) ken, mij een bos bloemen of een doosje aardbeien wil geven, moet ik bedanken. Want het betekent: ik geef je dit nu, omdat ik een relatie wil met jou. Als jij dit van mij aanneemt, ben je vervolgens ook verplicht om mij te helpen als ik iets nodig heb.
We letten daarom goed op, dat we op een cultureel gepaste manier reageren. Ook met mensen van wie we houden, met wie we een relatie hebben, of willen aangaan. Als buitenlander is het soms moeilijk voor ons om de waarde van iets te schatten. Wat is bijvoorbeeld de waarde van een oude, versleten, afgedankte deken? Van levensbelang bij koude nachten in een Papoea-Nieuw-Guineese hut…