Niet naar het ziekenhuis
De neef van onze tuinman is overleden. Hij was niet heel oud, ongeveer 50. Voor zover die leeftijd klopt, want veel mensen weten hun leeftijd niet, zeker de ouderen niet. Hij was getrouwd en had veel kinderen. Gelukkig had hij ‘maar’ één vrouw, want polygamie komt nog steeds voor. Hij was al een poosje ziek, had last van kortademigheid. Op mijn (Erna) vraag of hij een ziekenhuis had bezocht, antwoordde onze tuinman: ‘Nee, daar had hij geen geld voor. Mensen die geen geld hebben om naar een ziekenhuis te gaan, sterven gewoon’. In hoeverre angst voor het ziekenhuis ook een rol heeft gespeeld, werd mij niet duidelijk. Veel mensen weten de weg naar het ziekenhuis gelukkig wel te vinden. Zo wordt onze zendingskliniek in Ukarumpa dagelijks door veel mensen uit de vallei bezocht. De kosten zijn laag en meestal betalen mensen alleen de medicijnen die ze krijgen voorgeschreven. Tegelijk zijn er ook veel mensen die dus nooit in een ziekenhuis terechtkomen, ook niet als dat wel nodig is.
Bevallen in de jungle
Ik ben zelf net bevallen en volgens het beleid van SIL weken we hiervoor uit naar buurland Australië. Maar wat een tegenstrijdige gevoelens gaan er in je om, als je beseft dat Papoea-Nieuw-Guineese vrouwen die luxe niet hebben. Wat is ongelijkheid groot! Mijn vriendin Rudy vertelde me dat ze in haar dorp van te voren beoordelen of een vrouw sterk genoeg is om op eigen kracht te bevallen. Als ze denken dat dit niet het geval is, sturen ze haar naar een ziekenhuis. Maar als ze denken dat ze wel sterk genoeg is, sturen ze haar naar het bos! Dit gebeurt nog steeds. Rudy werd aangezien voor een sterke vrouw en baarde haar vier kinderen in de jungle. Haar jongste dochter is vijf. Zo kan het dus ook. Maar het zal niet verbazen, dat de moedersterfte in Papoea-Nieuw-Guinea ruim 25 x hoger is dan in Nederland: per 400 bevallingen is er één moeder die het niet overleeft… .
Sociale verwachtingen
Terug naar onze tuinman. Een sterfgeval in een dorp in Papoea-Nieuw-Guinea heeft grote consequenties voor het sociale leven. Iedereen wordt geacht mee te doen aan de rituelen rondom de begrafenis. Zo hebben onze tuinman en zijn vrouw de afgelopen nacht doorgebracht in een ‘haus krai’ (klaaghuis). Komende nacht gaan ze niet, want voor hen is het te zwaar om twee nachten niet te slapen. Dat is acceptabel voor anderen. Geen enkele nacht in ‘haus krai’ doorbrengen is – sociaal gezien – geen optie.
Na afloop van de begrafenis komt er een grote ‘mumu’. Een ‘mumu’ is een kuil in de grond met daarin gloeiend hete stenen. Bovenop de stenen wordt een enorme hoeveelheid groenten, zoete aardappelen, bakbananen en vlees gegaard, aan de bovenkant weer afgedekt door bladeren en aarde. De gezamenlijke maaltijd vormt de afsluiting van de begrafenis. Ieder familielid levert voedsel voor zo’n mumu. Groenten uit de tuin, maar ook eten dat met geld gekocht moet worden: rijst, brood, vlees, tonijn uit blik. De vrouw van onze tuinman verkocht aan ons een bak aardbeien voor omgerekend 2 euro en haastte zich naar een nabijgelegen plattelandsstadje om iets te gaan kopen voor de begrafenis.
Geven om later (net zoveel!) terug te krijgen
Er wordt nauwkeurig bijgehouden wie wat geeft. Wie veel geeft aan anderen, zal ook veel ontvangen als hij zelf eten voor een mumu nodig heeft. Wie weinig geeft, zal op zijn beurt weinig ontvangen. Daarom is er een druk om zo veel mogelijk bij te dragen.
Geven en ontvangen is een belangrijk onderdeel van de cultuur hier. Het is een manier om relaties te maken en te onderhouden. Er wordt precies bijgehouden hoeveel je hebt gegeven. Het geven en ontvangen moet namelijk goed in balans zijn, anders raakt de relatie verstoord. Een ‘dankjewel’ is niet genoeg, maar ‘voor wat hoort wat’. Als iemand die ik niet (goed) ken, mij een bos bloemen of een doosje aardbeien wil geven, moet ik bedanken. Want het betekent: ik geef je dit nu, omdat ik een relatie wil met jou. Als jij dit van mij aanneemt, ben je vervolgens ook verplicht om mij te helpen als ik iets nodig heb.
We letten daarom goed op, dat we op een cultureel gepaste manier reageren. Ook met mensen van wie we houden, met wie we een relatie hebben, of willen aangaan. Als buitenlander is het soms moeilijk voor ons om de waarde van iets te schatten. Wat is bijvoorbeeld de waarde van een oude, versleten, afgedankte deken? Van levensbelang bij koude nachten in een Papoea-Nieuw-Guineese hut…