Tag archieven: Kiriwo

Mijn eerste reis naar de Arammba-stam

Vroeg in de morgen, om 04.30 gaat de wekker. Ik (Michel) kleed me aan, leg de laatste spullen klaar en eet met Erna een bakje zelfgemaakte yoghurt met havermout, ananas en aardbeien.
De kinderen liggen nog heerlijk te slapen, behalve Hannah die weet dat papa vroeg weg gaat. Slaperig lachend geeft ze me een knuffel en dan nemen we afscheid voor een week. Hannah belooft goed voor mama en de andere kinderen te zorgen en zegt dat ze in de tijd dat ik er niet ben, voor de tuin zal zorgen. Met een gerust hart pak ik mijn trekkersrugzak en mijn hoed en kruip ik om 05.30 in het busje dat klaar staat om mij naar het vliegveld te brengen. Een Nederlandse collega gaat mee om afscheid te nemen van zijn vertalers, wat het wachten op het vliegveld wat aangenamer maakt. Aangekomen op het vliegveld van SIL, mag ik eerst zelf op de weegschaal gaan staan en daarna mijn bagage. Een vlucht naar Arammba kost maar liefst $ 3,48 per kilo. Het kwam dus goed uit dat ik in de achterliggende weken een aantal kilo was afgevallen.
Na het wegen is het wachten. We praten wat en zien hoe onze piloot zijn vliegtuig klaarmaakt en controleert voor vertrek. De vertrektijd staat gepland op 07.00, dus we zijn ruim op tijd. Even lijkt het erop dat we nog veel langer moeten wachten, want er trekt een dikke mist over de landingsbaan. Gelukkig blijkt de zon die even later opkomt, genoeg kracht te hebben om de mistwolken te verdrijven. Een kwartiertje later dan gepland kunnen we toch nog vertrekken.

De vliegreis
Behalve de piloot en mij zijn er nog de twee Papoea-Nieuw-Guineese vertalers van mijn Nederlandse collega. Zij hebben twee weken in Ukarumpa gewerkt aan het klaarmaken van Hebreeën voor publicatie. Nu gaan ze weer terug naar hun dorp. Daarvoor brengt het vliegtuig hen eerst naar Daru, vanwaar in een dhingi (motorbootje) verder varen over zee naar hun eindbestemming. Omdat we eerst deze twee mensen gaan wegbrengen, duurt de reis voor mij maar liefst vier uur en krijg ik de gelegenheid een flink stuk meer te zien van Papoea-Nieuw-Guinea.

Rivier door het oerwoud

Rivier door het oerwoud

Het is altijd weer indrukwekkend om laag in de lucht over het land te vliegen. Eerst vliegen we over de hooglanden, met bergen tot 3000m hoog, vervolgens over de Gulf Province met haar talrijke rivieren en baaien. En tenslotte is daar Western Province, zo vlak als Nederland, maar net als alle andere plekken in Papoea-Nieuw-Guinea bedekt door een dichte jungle.

Eindroute in Western Province

Eindroute in Western Province

Daru, een eilandje vlak voor de zuidkust van Western Province, functioneert als ‘hoofdstad’ van de provincie, al is het niet heel veel meer dan een groot dorp. Van Daru vliegen we verder naar Morehead, 150km verderop, waar we een Koreaanse vertaler en een Nieuw-Zeelandse vertaalconsulent oppikken. Zij vertellen me de lugubere herkomst van de naam Morehead (meer hoofden), die stamt uit de tijd dat koppensnellers in dit dorp hun trofees verzamelden. Gelukkig vliegen we snel verder en 4 minuten later landen we 30 kilometer verder op mijn eindbestemming in Kiriwo, een van de vijf dorpen van de Arammba-stam. Het voelt als een historisch moment: eindelijk op de plaats in de jungle waar we in onze tweede termijn als gezin part-time hopen te gaan werken aan de doorstart van het Bijbelvertaalwerk in Arammba en de start van het Bijbelvertaalwerk in omringende stammen.

aankomst-1

Opgewacht door Arammba-mensen

Aankomst in Kiriwo
Bij de landingsbaan in Kiriwo (één van de vijf Arammba-dorpen) worden we opgewacht door tientallen kinderen op dè voorgrond, met hun ouders op de achtergrond. Nu begint het avontuur pas echt: wat zijn de verwachtingen van de mensen? wat moet ik wel doen en wat moet ik vooral niet doen? Zelf heb ik weinig verwachtingen. Ik zal vooral kijken, luisteren en ervaren.
aankomst-3De begroeting met Katawer en Sawiyam, de twee vertalers die ik al in Ukarumpa had ontmoet, is hartelijk. De overige mensen staan van een afstandje toe te kijken en maken vooralsnog geen aanstalten om me te begroeten. Alle aandacht gaat naar de xanda jemend (grote vogel). Niet dat ze nog nooit een vliegtuig hebben gezien, want ze hebben al een landingsbaan sinds 1985. Toch blijft het fascinerend. Nadat Katawer even met de piloot heeft gepraat, klinkt er een korte schreeuw en plotseling rennen de vrouwen alle kanten op. Even later komt elke vrouw terug met een zak vol yams. De zakken worden gewogen en betaald. Katawer legt uit dat de tieners uit het dorp die tientallen kilometers verderop op de grote school zitten, het moeilijk hebben. Vanwege de aanhoudende droogte is er weinig te eten en daarom sturen hun ouders wanneer dat mogelijk is, tassen met voedsel naar hun kinderen op school.

Daar vertrekt het lijntje met de buitenwereld.

Daar vertrekt het lijntje met de buitenwereld.

Dan vertrekt het vliegtuig en mijn band met de buitenwereld is definitief afgesneden. Ik bevind me midden in de jungle, op twee uur vliegen van Ukarumpa, op 2 uur fietsen van Morehead en op drie uur loopafstand van het dichtstbijzijnde Arammba-dorp. Als het vliegtuig is vertrokken, volg ik Katawer en zijn familie naar hun huis aan het einde van het dorp, waar ik deze week te gast zal zijn.

(Dit was het eerste deel van mijn reisverslag naar de Arammba. Eind september ben ik daar voor een week geweest om deze stam als het ware te verkennen. Binnenkort aflevering 2.)