(video onder aan de nieuwsflits)
De maand mei is altijd een hoogtepunt voor het opleidingscentrum in Ukarumpa. Dat is namelijk de maand waarin we de cursus TTC geven. TTC staat voor Translator’s Training Course, en vormt de basisopleiding voor Papoea-Nieuw-Guineese bijbelvertalers.
Dit jaar verwelkomden we maar liefst 31 vertalers uit 12 verschillende taalgroepen in TTC-1, terwijl de vervolgmodule TTC-2 zich mocht verheugen op 15 vertalers uit 6 verschillende taalgroepen. In TTC-1 gaf ik les in vertaalprincipes en in TTC-2 gaf ik les in bijbelse poëzie. En op dat laatste ga ik in deze nieuwsflits wat dieper in.
Vertalen van Bijbelse poëzie
Zoals u wellicht weet, bestaat de Bijbel voor een groot deel uit proza (verhalende tekst). Maar een belangrijk deel van Gods Woord is opgeschreven als poëzie (dichtkunst). Het bekendste voorbeeld zijn de Psalmen, maar ook daarbuiten treffen we in de Bijbel veelvuldig poëzie aan. Hele boeken zijn in dichtvorm geschreven, zoals Job, Psalmen, Spreuken, Hooglied en Klaagliederen. Maar ook de profetische boeken, zoals Jesaja, Jeremia, Ezechiël en de kleine profeten, bevatten in het Hebreeuws veel poëtische teksten. Het is een kunst apart om die poëtische teksten ook daadwerkelijk als poëzie te vertalen. In veel Bijbelvertalingen gebeurt dat niet. In onze opleiding trainen we de studenten om proza als proza te vertalen en poëzie als poëzie.
Inheemse poëzie
Wat een tekst nu tot poëzie maakt, verschilt per taal en cultuur. Een poëtische eigenschap als rijm komt bijvoorbeeld in Nederlandstalige poëzie heel veel voor, maar ontbreekt grotendeels in het Hebreeuws. Daarom hebben we – na een bespreking van de kenmerken van Hebreeuwse en Engelse poëzie – vooral gekeken naar de kenmerken van poëzie in de talen en culturen van de studenten.
Een belangrijk element van de vertaalopleiding is het trainen van de studenten in het daadwerkelijk gebruik van de vertaalde Bijbelboeken. Het creëren van bijbelse liederen is daar een mooi voorbeeld van. In TTC-2 vertalen de studenten Genesis 1-3 in hun eigen taal, plus Exodus 15. Dat laatste hoofdstuk is het lied van Mozes na Gods overwinning op de Egyptenaars en is in het Hebreeuws geschreven in dichtvorm.
Na het bestuderen en vertalen van Exodus 15 kregen de studenten de opdracht om op dit hoofdstuk uit de Bijbel te reflecteren en er in hun eigen taal een lied over te maken, als een cultureel antwoord op het lezen van dit gedeelte uit Gods Woord. De uitvoering van deze liederen was de moeite van het filmen waard.
Zie hier de video van zingende en dansende bijbelvertalers.