Tag archieven: taalkunde

In isolatie in Papoea-Nieuw-Guinea

Van drukte naar tumult

Sinds het verlof van mijn leidinggevende in juni 2019, heb ik (Michel) zijn taken als manager van het Opleidingscentrum erbij genomen. In die rol heb ik een hoop geleerd, maar de combinatie van taken was verre van ideaal en de laatste maanden zijn dan ook eigenlijk veel te druk geweest. Aan die drukte kwam vorige week een plotseling einde …

Tumult
Via het nieuws zijn we uitgebreid op de hoogte gehouden van wat er in de wereld rondgaat. Aangrijpend hoe heel Europa en eigenlijk heel de wereld ‘op slot’ zit. We begrijpen dat ook in Nederland het hele maatschappelijke, sociale en economische leven is ontwricht. En dat door zo’n microscopisch klein virus wat Corona heet. Wat zijn we als mens toch eigenlijk maar klein en kwetsbaar!
Covid-19 heeft inmiddels ook Papoea-Nieuw-Guinea bereikt. Nadat er één geval van Corona besmetting in het land was geconstateerd, buitelden de nieuwe ontwikkelingen over elkaar heen. Stonden we drie weken geleden nog een beetje aan de zijlijn mee te kijken naar wat er op het wereldtoneel gebeurde, inmiddels zitten we al bijna twee weken in zelf-isolatie!
Het opleidingsdepartement was het eerste dat ging sluiten. We moesten toekomstige cursussen annuleren, lopende cursussen stopzetten en in allerijl oplossingen zoeken om de studenten efficiënt naar huis te laten terugkeren. Helaas is dat voor drie studenten niet gelukt, omdat hun thuis te afgelegen is. Eén van deze drie studenten is Sawiyam, een van onze Aramba-vertalers. Ze maken echter van de nood een deugd en zijn alle drie druk bezig met hun vertaalproject. De twee andere studenten komen overigens uit een taalgroep (Opao) waarin nog geen enkel Bijbelvers in de eigen taal beschikbaar is. Zij zijn nu voor het eerst begonnen aan hun eigen vertaalproject!

Drie studenten geïsoleerd in Ukarumpa.

Van tumult naar rust
In de opeenstapeling van gebeurtenissen kregen we van Wycliffe Nederland een dringende e-mail waarin opgeroepen werd om een weloverwogen beslissing te nemen om óf terug te keren naar ons thuisland óf te blijven in het land waar we op dit moment zijn.
Na alle voors en tegens biddend te hebben overwogen, zijn we tot de moeilijke beslissing gekomen om in Papoea-Nieuw-Guinea te blijven. Inmiddels zijn er voor ons ook geen (reis)mogelijkheden meer om terug te keren naar Nederland. De meeste collega’s van ons hebben dezelfde beslissing genomen, terwijl andere collega’s vanwege hun leeftijd of medische omstandigheden niet eens de keuze hadden, maar terug moesten keren.
Ondertussen blijft het hier een kwetsbare situatie, omdat de gezondheidszorg hier niet zo goed is als bijvoorbeeld in Nederland. Jullie gebed voor Papoea-Nieuw-Guinea wordt zeer op prijs gesteld.

En toen werd het rustig. Sinds afgelopen maandag is er een nationaal reisverbod afgekondigd en zit ons hele centrum in zelf-isolatie. Als gezin proberen we nieuwe routine te vinden, net als jullie in Nederland. Niet altijd even gemakkelijk, maar het is niet anders.

Lois met Tijger

Josia als dokter

Nieuwe routine
Gelukkig viel het begin van de isolatie–periode vrijwel samen met het begin van de vakantie, zodat we niet halsoverkop met thuisonderwijs hoefden te beginnen. Dat gaat volgende week wel gebeuren. Ondertussen hebben de kinderen nog een weekje vakantie en vermaken ze zich in en rondom het huis.

 

 

 

Aramba-grammatica
Zelf ben ik (Michel) eigenlijk best opgelucht, want na een hectisch jaar heb ik eindelijk heel veel tijd om te werken aan het Aramba-vertaalproject en het ontwikkelen van cursusmateriaal. Het laatste heb ik even opzij gezet, zodat ik me in de afgelopen weken kon focusen op het schrijven van een Aramba-grammatica, één van de vereisten van een vertaalproject. Daarover later meer.

Tot slot
In de dagen dat we moesten besluiten over blijven of terugkeren naar Nederland, zijn we erg gesterkt door de retorische vraag van Jezus in Matth. 6:27 en die geven we graag eenvoudigweg door. Wat we ook besluiten, welke maatregelen we ook treffen, uiteindelijk mogen we ons geheel en al toevertrouwen aan onze hemelse Vader die de dagen van ons leven kent.

Matt. 6:27 Wie toch van u kan met bezorgd te zijn één el aan zijn [levens]lengte toevoegen?

Hebreeuws in Papoea-Nieuw-Guinea (met video!)

Is het nodig om de Bijbel op het zendingsveld rechtstreeks te vertalen vanuit de grondtalen Hebreeuws, Aramees en Grieks? Hoewel dit zeker de voorkeur verdient, laat de geschiedenis van het Bijbelvertaalwerk zien, dat dit heel vaak niet het geval is.

Titelpagina van de Statenbijbel uit 1637.

Nederlandse Bijbelvertalingen
Het heeft tot maar liefst 1637 geduurd vóórdat er een Nederlandse Bijbelvertaling werd gedrukt die gebaseerd was op de grondtalen van de Bijbel. Dit was de Statenvertaling. De Statenvertaling was echter bij lange na niet de eerste Nederlandse Bijbelvertaling. Sinds de ontdekking van de boekdrukkunst in Europa rond 1450 waren er al maar liefst 6 andere Nederlandse Bijbelvertalingen op de markt verschenen. Deze waren echter óf gebaseerd op de Latijnse Vulgaat óf op de Duitse Luthervertaling. Ook door middel van deze vertalingen hebben mensen God leren kennen en zijn er levens veranderd.
Niettemin was er grote vreugde toen er in de 17e eeuw een Nederlandse vertaling van de Bijbel verscheen die rechtstreeks uit de grondtalen was vertaald.

Bijbelvertalingen in Papoea-Nieuw-Guinea
Net als in Nederland zijn ook veel eerste Bijbelvertalingen op het zendingsveld niet rechtstreeks vertaald uit de grondtalen. Omdat niet iedere zendeling en bijbelvertaler de grondtalen beheerst, wordt ook in Papoea-Nieuw-Guinea bij het vertalen vaak uitgegaan van een bestaande Engelse of Tok Pisin Bijbelvertaling. Pas in de check-fase wordt het resultaat vergeleken met de grondtekst en op basis daarvan waar nodig aangepast.

Een van de studenten oefent met Hebreeuwse woorden.

Ukarumpa Training Centre: Hebreeuws!
Het was een van mijn wensen om in Papoea-Nieuw-Guinea verder te gaan met het onderwijzen van de Bijbelse talen. De achterliggende tijd is deze wens in vervulling gegaan. Gedurende zes weken heb ik het voorrecht gehad les te geven aan een groep Papoea-Nieuw-Guineese bijbelvertalers. Ze waren uiterst gemotiveerd omdat zo graag wilden weten wat er oorspronkelijk nu écht staat. Een van de deelnemers verwoordde het als volgt: ‘Ik zag dat de Bijbel vaak eerst vanuit het Hebreeuws in het Engels was vertaald, vervolgens vanuit het Engels naar het Tok Pisin en tenslotte vanuit het Tok Pisin naar onze moedertaal. Het kan niet anders dan dat er in dat mijlenlange proces elementen van het oorspronkelijke Hebreeuws verloren zijn gegaan. Nu volg ik deze cursus, omdat ik graag de betekenis van het Hebreeuws rechtstreeks in mijn moedertaal wil vertalen’.

Een van de studenten leest uit de Hebreeuwse Bijbel.

Michel leert de studenten nieuwe woorden aan de hand van concrete voorwerpen.

Hebreeuws als levende taal
Het bijzondere aan deze cursus is dat we het Hebreeuws als levende taal aanleren. Behalve Engels spreken we dus vooral ook Hebreeuws met elkaar. Eerst leren de studenten het alfabet en al vanaf het begin werken ze aan de opbouw van hun Hebreeuwse woordenschat. Dat doen we aan de hand van concrete voorwerpen (zoals brood, vlees, man, vrouw, paard, kameel, ezel, huis, zwaard, jongen, beker, water, etc.). Als docent wijzen we naar de voorwerpen, waarbij we het Hebreeuwse woord noemen. Vervolgens bekijken we deze voorwerpen op afbeeldingen aan de muur. Wij noemen het Hebreeuwse woord en de studenten zoeken het op. Zo leren ze Hebreeuws zonder tussenkomst van het Engels.
Daarnaast leren we Bijbelverzen in het Hebreeuws uit het hoofd en zingen we Hebreeuwse liederen. Elke morgen lezen we in het Hebreeuws voor uit de geschiedenissen van Elia in 1 Koningen 17-19, waarbij we met elkaar zoveel mogelijk Hebreeuwse woorden met gebaren en voorwerpen uitbeelden. Als we dat hebben gedaan, gaan we in kleine groepjes uiteen om dezelfde Bijbelpassage met elkaar in het Hebreeuws te lezen.

Video-impressie
Via bovenstaande video kunt u een kijkje nemen bij de Cursus Hebreeuws. Aan het einde van de cursus was ik onder de indruk van het resultaat. Alle studenten kunnen na zes weken elke willekeurige passage uit de Hebreeuwse Bijbel lezen. Ze begrijpen daarvan nog lang niet alles, maar ze hebben nu een basis gelegd voor de vervolgcursus Hebreeuws 2 in oktober en november 2014.

‘Domme’ kinderen die niet dom zijn en het risico van een verkeerde toon

Verzamel een groepje van volwassenen die nog niet kunnen lezen, leer hen de letters van het alfabet, laat ze een tijdje oefenen en ze kunnen de Bijbel lezen. Dat is alfabetiseringswerk. Toch?
En Bijbelvertalen: niets anders dan het vinden van de juiste woorden in een andere taal…

Alfabetiseringswerk
Was het maar zo! De praktijk is veel complexer. Het is heel belangrijk dat mensen zelf gemotiveerd zijn om te leren lezen en vooral waarom ze gemotiveerd zijn, wat ze willen doen met het lezen en/of schrijven. Als mensen de Bijbel willen kunnen lezen, is er nog een hele weg te gaan na het leren van het alfabet bijvoorbeeld. Dat is in het Nederlands ook zo, daar hebben we bijna de hele basisschooltijd voor! En wat als het enige boek in hun taal de Bijbel is? Dat maakt het voor mensen niet gemakkelijk om een geoefend lezer te worden!

Door Erna ontworpen lespagina

Door Erna ontworpen lespagina

Wat ook een belangrijk vraag is: welke methode gebruik je om mensen te leren lezen en schrijven? Er is niet een methode die het beste is. Dat is afhankelijk van veel verschillende factoren. Hoe ziet het alfabet eruit? Wat voor mensen willen leren lezen? Mannen of vrouwen, volwassenen of kinderen? Hoe zijn ze gewend te leren? Leren ze het gemakkelijkst in een klaslokaal of liever informeel? Begin je met het alfabet? Misschien begrijpen mensen dan niet dat letters – woorden – zinnen een betekenis hebben en haken ze af. Begin je liever met voorlezen van verhalen om te laten zien dat tekst betekenis heeft?

Er wordt veel geïnvesteerd in alfabetiseringsonderwijs aan volwassenen, maar we hebben ook de kinderen! Als kinderen goed leren lezen en schrijven, hebben ze er een heel leven lang profijt van en kunnen ze ook al jong de Bijbel lezen. Daarom hebben we ook goed nagedacht over het leren lezen en schrijven van kinderen op basisscholen. Hier zijn veel schrijnende situaties. Wereldwijd zijn er miljoenen kinderen die weliswaar naar school gaan, maar daar geen onderwijs krijgen in hun moedertaal. Ze zitten in de klas en luisteren naar onderwijs in een taal, waar ze nauwelijks wat van begrijpen. Het gevolg: slechte resultaten, leraren vinden de kinderen dom, de kinderen leren niets en gaan zelfs achterlopen in hun ontwikkeling, omdat ze hun moedertaal ook niet verder ontwikkelt. Conclusie: deze kinderen hadden meer geleerd, als ze niet naar school waren gegaan … Er valt veel te winnen met goed basisonderwijs in de moedertaal. Maar ook dat is weer makkelijker gezegd dat gedaan.

Dankzij dit vak heb ik (Erna) een veel beter beeld gekregen van wat alfabetiseringswerk inhoudt. En dat het ontzettend belangrijk is om vanaf het allereerste begin te luisteren naar en samen te werken met de mensen zelf. Zij kennen hun eigen cultuur veel beter dan ik en bovendien weten zij wat ze willen, waarvoor ze gemotiveerd zijn en wat werkt in hun situatie. Ik ben er om hun te dienen.

Taalkunde
De laatste maanden stonden voor mij (Michel) in het teken van taal, klankleer en grammatica. In de laatste drie weken hebben we een talenpracticum gedaan, waarin we al onze verworven kennis konden toepassen op het aanleren van het Kinyarwanda (taal in Rwanda). Een van de eigenaardigheden in deze taal is dat de toonhoogte van een lettergreep bepalend kan zijn voor de betekenis van een woord.  Als een werkwoord met een lage toon uitgesproken wordt, bedoelt men ‘heel kort geleden’, maar als hetzelfde woord een hoge toon heeft, betekent het weer ‘lang geleden’. En zeg van een zwangere vrouw niet te snel dat ze een ‘dikke buik’ heeft, want als je de verkeerde toonhoogte gebruikt, dan betekent het woord ‘buik’ plotseling ‘luis’!

werk

Michel analyseert het Kinyarwanda

Dit waren enkele voorbeelden van fonologie (klankleer), maar grammatica is net zo boeiend. Kinyarwanda is namelijk een taal waarin je niet letterlijk woord-voor-woord kunt vertalen. Op een gegeven moment vroeg ik onze Rwandese taalhelper hoe je een bepaalde zin (!) in het Kinyarwanda kon vertalen. Het resultaat was slechts één woord: narahájimukubitanije: ‘een tijd geleden sloeg ik het kind dat daar stond en een voorwerp in zijn handen had’. De betekenis is een beetje banaal, maar het laat goed zien hoe geheel anders een bepaalde taal kan functioneren, dan je in je eigen taal gewend bent.

Het leuke was dat we dit talenpracticum van drie weken in een team van vijf studenten zonder docent en zonder lesboeken moesten uitvoeren. We hadden ‘slechts’ een Rwandese taalhelper tot onze beschikking die ons als ‘native speaker’ vertelde hoe je bepaalde woorden, zinnen en begrippen zegt in het Kinyarwanda. Met behulp van de data die we met hem verzamelden, maakten we een goede start met het analyseren van het Kinyarwanda. Het resultaat: een rapport van ca. 80 pagina’s lezenswaardige stof over het Kinyarwanda en een praktijkvoorbeeld van een situatie, zoals we die binnenkort op het veld kunnen meemaken.

Volgende week hopen we weer terug te gaan naar Nederland voor ons eerste verlof!