Tag archieven: Ukarumpa
Vrede in de vallei
Tropische vruchten en meer
Vandaag (8 juni) is een officiële vrije dag in Papoea-Nieuw-Guinea: Queen’s Birthday. Koningin Elizabeth is namelijk niet alleen koningin van Engeland, maar ook van 15 andere landen in de ‘gemenebest van naties’, een vrijwillig samenwerkingsverband van vooral voormalige koloniën. Hoewel Papoea-Nieuw-Guinea vanaf 1975 onafhankelijk is, is koningin Elizabeth nog steeds een vooral symbolisch staatshoofd en daarom hebben wij dus vandaag vrij. Niet dat er uitgebreid feest gevierd wordt, maar de vrije dag is welkom. Veel mensen gebruiken die om extra in hun tuin te werken, want de meeste mensen in PNG leven vooral van de opbrengst van hun eigen tuinen. Zoete aardappel is in de hooglanden van PNG (waar wij wonen) het belangrijkste gewas. Het groeit hier goed en het is gezond en voedzaam.
Onze kinderen zijn nog steeds geen fan van zoete aardappel, maar wij proberen het sindskort wat vaker op tafel te zetten. Het smaakt lekker, gewokt in wat olie en zout, samen met jonge bladeren van de chaoyteplant. Deze klimplant groeit ook in onze tuin en we beginnen hem steeds meer te waarderen. Het is een vrucht die tot de verbeelding spreekt: hij heeft de vorm van een peer maar heeft venijnige stekels. Vandaar dat hij in het Engels ook wel ‘stekelige peer’ wordt genoemd. Anderen vertellen dat het de structuur van appel heeft en dat je er zelfs een zogenaamde appeltaart mee kunt maken als je er maar genoeg kaneel door doet. Het heeft ons echter nog nooit overtuigd. De smaak heeft – na bakken – meer weg van courgette.
Onlangs hebben we een vrucht in onze tuin ‘ontdekt.’ Eentje die we eerder niet zo in de gaten hadden. In het Tok Pisin heet de vrucht ‘zes maanden’, omdat de boom elk half jaar vrucht draagt, in het Nederlands heten de vruchten ‘loquats’. Het zijn kleine vruchten met grote pitten, die smaken naar een mix van pruim, perzik en peer. Lois is een slechte fruiteter, maar bananen – ook uit onze eigen tuin – en loquats gaan er af en toe wel in.
Corona in PNG lijkt erg mee te vallen, er zijn officieel in het totaal maar 8 gevallen geweest en de mensen die het betrof zijn allemaal hersteld. We zijn sinds eind maart in isolatie, maar de regels worden – net als in Nederland – langzaam steeds verder versoepeld. Het opleidingscentrum is nog steeds gesloten en het bezoeken van de Aramba mensen is nu helaas niet mogelijk. Maar Michel kan nog lang vooruit met het werk aan de Aramba grammatica en dat helpt hem weer om de taal beter te begrijpen. Ook heeft hij nu alle tijd om nieuwe cursussen te schrijvenvoor inheemse vertalers voor als het Opleidingscentrum weer open gaat.
Erna is met de kinderen begonnen aan de laatste week van thuisonderwijs, want ook hier zijn de scholen sinds eind maart gesloten. Hierna komt er een lange, verlengde zomervakantie en dan gaan bij leven en welzijn de scholen half augustus weer open.
Een hartelijke groet uit PNG!
Michel & Erna
Hannah – Ruth – Obadja – Josia – Lois
In isolatie in Papoea-Nieuw-Guinea
Sinds het verlof van mijn leidinggevende in juni 2019, heb ik (Michel) zijn taken als manager van het Opleidingscentrum erbij genomen. In die rol heb ik een hoop geleerd, maar de combinatie van taken was verre van ideaal en de laatste maanden zijn dan ook eigenlijk veel te druk geweest. Aan die drukte kwam vorige week een plotseling einde …
Tumult
Via het nieuws zijn we uitgebreid op de hoogte gehouden van wat er in de wereld rondgaat. Aangrijpend hoe heel Europa en eigenlijk heel de wereld ‘op slot’ zit. We begrijpen dat ook in Nederland het hele maatschappelijke, sociale en economische leven is ontwricht. En dat door zo’n microscopisch klein virus wat Corona heet. Wat zijn we als mens toch eigenlijk maar klein en kwetsbaar!
Covid-19 heeft inmiddels ook Papoea-Nieuw-Guinea bereikt. Nadat er één geval van Corona besmetting in het land was geconstateerd, buitelden de nieuwe ontwikkelingen over elkaar heen. Stonden we drie weken geleden nog een beetje aan de zijlijn mee te kijken naar wat er op het wereldtoneel gebeurde, inmiddels zitten we al bijna twee weken in zelf-isolatie!
Het opleidingsdepartement was het eerste dat ging sluiten. We moesten toekomstige cursussen annuleren, lopende cursussen stopzetten en in allerijl oplossingen zoeken om de studenten efficiënt naar huis te laten terugkeren. Helaas is dat voor drie studenten niet gelukt, omdat hun thuis te afgelegen is. Eén van deze drie studenten is Sawiyam, een van onze Aramba-vertalers. Ze maken echter van de nood een deugd en zijn alle drie druk bezig met hun vertaalproject. De twee andere studenten komen overigens uit een taalgroep (Opao) waarin nog geen enkel Bijbelvers in de eigen taal beschikbaar is. Zij zijn nu voor het eerst begonnen aan hun eigen vertaalproject!
Ondertussen blijft het hier een kwetsbare situatie, omdat de gezondheidszorg hier niet zo goed is als bijvoorbeeld in Nederland. Jullie gebed voor Papoea-Nieuw-Guinea wordt zeer op prijs gesteld.
En toen werd het rustig. Sinds afgelopen maandag is er een nationaal reisverbod afgekondigd en zit ons hele centrum in zelf-isolatie. Als gezin proberen we nieuwe routine te vinden, net als jullie in Nederland. Niet altijd even gemakkelijk, maar het is niet anders.
Nieuwe routine
Gelukkig viel het begin van de isolatie–periode vrijwel samen met het begin van de vakantie, zodat we niet halsoverkop met thuisonderwijs hoefden te beginnen. Dat gaat volgende week wel gebeuren. Ondertussen hebben de kinderen nog een weekje vakantie en vermaken ze zich in en rondom het huis.
Aramba-grammatica
Zelf ben ik (Michel) eigenlijk best opgelucht, want na een hectisch jaar heb ik eindelijk heel veel tijd om te werken aan het Aramba-vertaalproject en het ontwikkelen van cursusmateriaal. Het laatste heb ik even opzij gezet, zodat ik me in de afgelopen weken kon focusen op het schrijven van een Aramba-grammatica, één van de vereisten van een vertaalproject. Daarover later meer.
Tot slot
In de dagen dat we moesten besluiten over blijven of terugkeren naar Nederland, zijn we erg gesterkt door de retorische vraag van Jezus in Matth. 6:27 en die geven we graag eenvoudigweg door. Wat we ook besluiten, welke maatregelen we ook treffen, uiteindelijk mogen we ons geheel en al toevertrouwen aan onze hemelse Vader die de dagen van ons leven kent.
Matt. 6:27 – Wie toch van u kan met bezorgd te zijn één el aan zijn [levens]lengte toevoegen?
Bijbelse poëzie en dansende bijbelvertalers
(video onder aan de nieuwsflits)
De maand mei is altijd een hoogtepunt voor het opleidingscentrum in Ukarumpa. Dat is namelijk de maand waarin we de cursus TTC geven. TTC staat voor Translator’s Training Course, en vormt de basisopleiding voor Papoea-Nieuw-Guineese bijbelvertalers.
Dit jaar verwelkomden we maar liefst 31 vertalers uit 12 verschillende taalgroepen in TTC-1, terwijl de vervolgmodule TTC-2 zich mocht verheugen op 15 vertalers uit 6 verschillende taalgroepen. In TTC-1 gaf ik les in vertaalprincipes en in TTC-2 gaf ik les in bijbelse poëzie. En op dat laatste ga ik in deze nieuwsflits wat dieper in.
Vertalen van Bijbelse poëzie
Zoals u wellicht weet, bestaat de Bijbel voor een groot deel uit proza (verhalende tekst). Maar een belangrijk deel van Gods Woord is opgeschreven als poëzie (dichtkunst). Het bekendste voorbeeld zijn de Psalmen, maar ook daarbuiten treffen we in de Bijbel veelvuldig poëzie aan. Hele boeken zijn in dichtvorm geschreven, zoals Job, Psalmen, Spreuken, Hooglied en Klaagliederen. Maar ook de profetische boeken, zoals Jesaja, Jeremia, Ezechiël en de kleine profeten, bevatten in het Hebreeuws veel poëtische teksten. Het is een kunst apart om die poëtische teksten ook daadwerkelijk als poëzie te vertalen. In veel Bijbelvertalingen gebeurt dat niet. In onze opleiding trainen we de studenten om proza als proza te vertalen en poëzie als poëzie.
Inheemse poëzie
Wat een tekst nu tot poëzie maakt, verschilt per taal en cultuur. Een poëtische eigenschap als rijm komt bijvoorbeeld in Nederlandstalige poëzie heel veel voor, maar ontbreekt grotendeels in het Hebreeuws. Daarom hebben we – na een bespreking van de kenmerken van Hebreeuwse en Engelse poëzie – vooral gekeken naar de kenmerken van poëzie in de talen en culturen van de studenten.
Een belangrijk element van de vertaalopleiding is het trainen van de studenten in het daadwerkelijk gebruik van de vertaalde Bijbelboeken. Het creëren van bijbelse liederen is daar een mooi voorbeeld van. In TTC-2 vertalen de studenten Genesis 1-3 in hun eigen taal, plus Exodus 15. Dat laatste hoofdstuk is het lied van Mozes na Gods overwinning op de Egyptenaars en is in het Hebreeuws geschreven in dichtvorm.
Na het bestuderen en vertalen van Exodus 15 kregen de studenten de opdracht om op dit hoofdstuk uit de Bijbel te reflecteren en er in hun eigen taal een lied over te maken, als een cultureel antwoord op het lezen van dit gedeelte uit Gods Woord. De uitvoering van deze liederen was de moeite van het filmen waard.
Zie hier de video van zingende en dansende bijbelvertalers.